[www.carptracker.nl/]
door Harry» di 18 aug 2009, 04:30

Het is denk ik zo'n jaar of 17 geleden. De tijd dat ik nog aan het TK in Hengelo viste. Een tijd waar ik mooie momenten en herrinneringen aan overgehouden heb.

In die tijd viste ik meestal overdag en wel van de vroege middag van zo'n uurtje of 1 tot in de vroege avond een uurtje of 7-8. Dit was de tijd dat het daar het beste karpervangen was. Ik begreep toen eigenlijk ook niet zo goed dat de vissers het op dat gedeelte van het TK het altijd over "een nachtje pakken" hadden. Een middagje/avondje pakken zou voor hun veel productiever zijn geweest. Daar was ik zelf ook door schade en schande wijs door geworden. Als de scheepvaart stilviel dan daarmee ook de meeste karper. Door de regel genomen.

De soms enorme scheepvaart en de daabij behorende stroming en trek in het water hield de karper kontinu in beweging.
Het gebeurde dan ook regelmatig dat er beet kwam vlak voor een naderend of vlak na een passerend schip als je net weer opnieuw ingegooid had. Dat heeft me in het begin heel wat zweetdruppels gekost maar na verloop van tijd werd dit een routineklus.
Daar sta je dan, een naderend schip en dat je er klaar voor stond om de lijnen van de overkant weg te draaien. Net op dat moment pakt de karper het aas waar hij met zijn bek voor moet hebben gelegen om de boel te inspecteren. Misschien met het instictieve gevoel van als ik het nu niet pak dan ligt het er straks niet meer door de zuiging van het schip. Het gebeurde zo vaak dat dit elke door mijn hoofd schoot als het weer eens raak was. Of was het misschien karper die een veilig heenkomen bij de kant zocht en toevallig op het aas stuitte ? De karpergoden mogen het weten.

Met een gevaarte van tot 2000 ton en 110 meter lengte, langzaam maar zeker naderend, zichtbaar in je ooghoek en een strakke lijn naar de overkant van het kanaal waar een TK torpedo in de eerste fase van de dril er alles aan deed om maar geen meter lijn prijs te geven, gaf altijd een extra stoot adrenaline. Ondertussen maakten de eenden, futen en waterkipjes, die er ruim aanwezig waren daar, op hun gemak vrije baan voor het schip. Aan de andere kant van het kanaal stond een visser met een tot het uiterste gebogen hengel om die doerak, niets vermoedend wat er met hem zou gebeuren als het mis zou gaan , zo snel mogelijk zijn prooi in een veilige zone probeerde te manouvreren. Met de hengeltop op de bodem van het kanaal drukkend is het maar lastig drillen. Dit was het enigste wat je kon doen om de lijn maar diep in het water te houden terwijl het schip de lijn naderde en er langzaam maar zeker overheen gleed.
Hopende dat je voor het naderen van de schroef de vis onder het schip weg te hebben getrokken en je even alle extra opgebouwde adrenaline kon laten bezinken.
Dit is mij altijd gelukt. Gelukkig heb ik nooit de lijn hoeven doorbranden voor het geval je het gevoel had dat het mis kon gaan. De karper had dan welliswaar een haak in zijn bek gehad met daarachteraan een stuk lijn maar er was hem wel de gang door die enorme gehaktmolen bespaart gebleven. De beste oplossing voor een van de kwade keuzes die je dan op dat moment noodgedwongen moet maken.

Maar goed,dit wou ik eigenlijk helemaal niet schrijven, het kwam zomaar in me op toen ik begon.
Zoals gezegt viste ik meestal tot een uurtje of 7 -8 in de avond maar niet op Zondagavond want dan ging ik altijd op visitie bij een kennis. Vaste prik. Die bewuste Zondag zou het wat langer vissen worden. Ze had doorgegeven dat ze die zondag pas om tien uur thuis zou zijn want ze ging per uitzondering eens een keer met een stel kennissen naar de bingo, maar ik was nadien ook nog welkom voor een bakje koffie.
Dat betekende dus voor mij dat ik dan maar een uurtje langer zou doorvissen en meteen van het kanaal uit voorbij zou gaan.

De zon was inmiddels al achter de horizon verdwenen en het horloge gaf half tien aan, tijd om dan maar in te pakken en op naar de verse koffie. Die inmiddels lauwe troep in de meegenomen thermoskan was niet meer te pruimen. In die tijd zat ik altijd in de auto die vlak naast de stek stond. Ik vond het maar niets om elke keer een plu en stoeltje mee te nemen. De autozitting was veel comfortabler, bovendien kurkdroog bij regen, goed beschermt tegen de wind en veilig bij eventueel onweer. Ik had de klink al in de handen, de autodeur geopend, om uit te stappen en de spullen maar eens in de foudraal te pakken toen ik besloot; ik rook er eerst nog eentje. Met een klap die deur weer dicht.

Nog steeds niets, maar snel inpakken en op visite. Dat uurtje extra vissen en het besluit om nog een laatste sigaretje te roken, had naar ik toen nog dacht, helemaal niets opgelevert.
Het inpakken, het steeds weer terugkerende ritueel, diende zich nu toch echt aan. Elke keer weer op dezelfde manier. De hengel op de meest productieve stek ging altijd het laatst de foudraal in. Toen ik erheen liep en net de laatst nog liggende hengel wou pakken kreeg ik een langzame run. Op het allerlaatst mogelijke moment. Een fractie van een seconde eerder en ik had mijn opponent de boilie voor z'n bek weggetrokken.
De hengel gepakt en na het aanslaan begon de karper langzaam te zwemmen, het voelde zwaar aan.

Al snel kwam ik tot de conclusie dat dit niet zo'n TK torpedo was die van alle gekkigheden probeerde uit te halen om van links naar rechts, van boven naar beneden, over de kop draaiende en stotende kapriolen uithaalde om zich proberen van de haak te ontdoen.
Soms had je gewoon het gevoel dat je een Marlijn had gehaakt. Tijdens de dril gewoon even uit het water springen. De raarste grappen halen ze daar uit. Of het kwam door de kontinu exhorbitant hoge watertemperaturen, Joost mag het weten. De meeste kans op een springende gehaakte karper was als je aan de overkant tegen de basaltblokken aan viste. Heb zo vaak gedacht waarom doen ze dat nou ? Volgens mij knalden ze tegen de schuin naar beneden aflopende basaltblokken aan tijdens de prik met de daaropvolgende schrikreactie en vluchtpoging. Op zoek naar een vrije vluchtweg naar boven met het gevolg dat ze kortstondig in luchtige regionen terecht kwamen.

Dit was anders, een loom en zwaar bonkend gevoel in de hengel. De karper nam een eerste run de insteekhaven in waar ik hem liever niet wou hebben. Daar lag volgens mij wel een ton ijzer op de bodem. Op die plaats had ik al enkele karpers verspeeld doordat ze zich daar vastzwommen in al dat ijzer. De kraanmachinist van de tegenover liggende ijzerwerf nam het niet zo nauw. Er kieperde regelmatig wat ijzer overboord bij het laden van de schepen. Dat was precies de richting waar de karper heen zwom. Na enig trek en stuurwerk kon ik de karper ertoe bewegen dat hij een andere koers aan nam waarmee mijn kansen een stuk verhoogd waren om de karper in het net te krijgen.. Na enige tijd had ik de karper onder de kant waar hij op zijn vijven en zessen, achtjes ging draaien onder de hengeltop, vlak boven de bodem zonder 'm ook maar 10 cm omhoog te kunnen pompen.
Deze vriend bleef zolang achtjes draaien dat ik in mezelf lachend dacht; die draait straks nog een soort van metaalmoeheid in mijn lijn.
Na enige tijd van niet aflatende druk van mijn 2 3/4 fast action hengels, moest hij het toch maar opgeven en kwam langzaam maar zeker naar boven. De grootte van de kolken die hij sloeg bij het doorboren van de oppervlakte om daarna weer een duik naar het diepe te nemen, voorspelde veel goeds. Dit herhaalde hij nog enkele malen voordat hij de pijp aan Maarten gaf. Het net eronder en even uitblazen. Toen ik een in alle voegen krakend schepnet uit het water tilde kwam er al een soort van een extra dosis vreugdegevoel boven die ik voordien slechts eenmaal eerder had mogen meemaken aan het TK pand 2..Toen ik deze naar lucht happende kanjer op de mat zag liggen wist ik het al. Dit was een van de schaarse toppers die zijn baantjes in het pand 2 trok.
Trotse 32 pond en een beetje gaf de Salter aan. Het was m'n tweede 30 + in het pand 2 van het TK.
Wat was ik blij, een vreugdekreet galmde over het water. Ze waren schaars destijds die 30 ponders in dat pand.

Het geplende bezoek heb ik maar gelaten voor wat het was. Daar was het te laat voor geworden.
Toch nog maar die lauwe pruttel uit de thermoskan opgedronken. In de roes waarin ik verkeerde
smaakte het best nog wel.
Op het allerlaatste moment. De Bleke op 32 pond.

door Harry » za 29 aug 2009, 02:01

Het was ergens in het jaar van 2006. Soms heb je als karpervisser van die momenten dat je aan de waterkant moet zijn. Het was al een tijdje niet goed vangen geweest met al die ellende die er zich heeft afgespeeld aan het TK, zo ook in 2006. De vangsten waren drastisch terug gelopen. Maar ja, je karperhart zegt toch elke keer weer je moet erheen. Er zijn dan van die momenten dan heb je innerlijke onrust en je word gewoon naar het kanaal gezogen. Je moet erheen, koste wat het kost. Een bepaald jagersinstinct die wij mannen (sorry dames, ik heb het nu over karpers) gewoon van nature in ons hebben zitten. Een oerdrang.

Zo was het ook op het genoemde tijdstip. Er hadden nog niet zoveel karpers op de mat gelegen en had het al een tijdje rustig aangedaan. De klappen die ik te verwerken heb gekregen van die jaren ervoor gingen me niet in de koude kleren zitten. Al die wegrottende karpers die op sterven na dood waren, het beeld zit gewoon nog steeds op mijn netvlies gebrand.
Toen plots de oerdrang mij een innerlijke onrust gaf en tegen mij zei; je moet er de komende dagen zijn, het gaat gebeuren, ook al was de voorafgaande periode slecht geweest. De wind stond goed, de watertemperatuur was perfect en voor mijn gevoel de waterstand ook. Die kan nogal eens varieeren. Door de jaren heen was me in Hengelo vaak opgevallen dat die wel degelijk invloed heeft op het aasgedrag van de karper op het Twentekanaal. In Hengelo kon die wel tot 60cm varieeren al naar gelang het geschud van de sluizen Hengelo/Enschede en Delden/Almelo. In Enschede is dit in mindere mate het geval maar houd het gewoonte getrouw elke keer bij als ik ga vissen. Dit is een verhaal apart waar ik misschien nog eens een keer op terug kom. Alles bij elkaar geeft het mij een "vooraf gevoel" of het wat gaat worden of niet.

Drie dagen was ik elke dag aanwezig geweest om de karper te verleiden mijn aangeboden aas te nemen. Dit was maar deels gelukt. De vangsten vielen nog steeds tegen totdat ik op de vierde dag besloot; dit is voorlopig de laatse sessie, nu ga ik eerst weer even een kleine pauze houden.
De hele avond was het niets geweest en besloot om maar niet te lang te blijven zitten. Geen enkele geluid hadden de optonics van zich afgegeven. Nog niet eens een "schrikker". (een schrikker noem ik altijd een single piep en even alert word).
De nieuwsberichten van 01:00 nog meenemen om dan daarna maar in te pakken.

Tuut tuut tuut, dit is het één uur Journaal met Jeroen Tjepkema, ik hoor het hem nog zo zeggen. Normaal gesproken gaat hij dan verder met het Journaal maar ik hoorde weer tuut tuut tuut. Nu waren het niet de piepjes die het begin van het Journaal aangeven (het tijdsein) maar was het de aankondiging uit mijn LXR ontvanger dat er iets aan mijn lijn trok daar ergens onder in het donkere Twentekanaal water. Toch nog een run op de valreep, een langzame run maar dat schijnt gunstig te zijn.

Zo rustig de run, zo rustig liep ik ook de toko uit om de weg naar mijn hengels te beginnen. Haastige spoed is zelden goed en vooral als je het stijle talud af moet om bij de hengels te komen. Voor je het weet lig je met een gebroken been of erger onder aan het kanaal, in een nog ongunstiger geval erin. Dit was me in Hengelo achter bij de eik wel eens overkomen in alle onstuimigheid. Geen gebroken benen maar wel bloeduitstortingen toen ik een keer het talud afdonderde boven op de hengels tijdens een run. Je word ouder en daarmee ook rustiger.
Het vertrouwen in de inline loodmontage en de daaraan bungelende KISBEAP rig was er inmiddels wel. De haak zou wel blijven zitten. Bovendien had ik op de LXR ontvanger al gezien dat het een hengel was die op een plaats lag waar geen obstakels in de buurt zitten. Het zou er in dit geval niet op aankomen om een paar luttele seconden vroeger of later bij de hengels te arriveren.

Toen ik de hengel oppakte en de haak nog een beetje nazette zwom de vis langzaam bonkend richting het wijd. Mijn tegenstander bleef maar lijn nemen en het leek of er geen einde aan kwam. Het enigste wat ik kon doen was de hengel vasthouden, zijn staart slagen tellen en druk op de lijn blijven houden. Er was niets aan te houden en kreeg op een gegeven moment het gevoel dat ik de karper niet aan het drillen was maar dat ik gedrild werd door deze nog steeds niet nalatende vriend die er alles aan deed om maar zo ver mogelijk van de plek des onheils weg te vluchten waar hij die, voor hem, nare prik had mogen ontvangen..
Daar de richting waarin hij zwom vrij was heb ik ook geen pogingen ondernomen om een einde te maken aan de reis waaraan deze karper begonnen was. Loat goan, loat goan schoot er door mijn hoofd.
Maar zoals aan alles komt er een eind, zo ook aan het uithoudingsvermogen van deze gigantische krachtpatser die het steeds moeilijker kreeg om me nog meer lijn van de Shimano baitrunner XL te nemen. Het getik van de perfecte slip die deze molen bezit werd met de seconde trager.
Het tij keerde, langzaam maar zeker kon ik voor het eerst lijn terugwinnen en haalde de vis naar me toe. Het zag er naar uit dat hij alle energie gebruikt had in de eerste fase van de dril.

Toen ik de vis onder de hengeltop had en in de duisternis de eerste glimp van zijn lijf zag, kreeg ik bijna knikkende knieen en mijn hartslag ging spontaan omhoog. Zoiets had ik nog niet eerder gezien aan het TK. De gebruikelijke achtjes die dit kaliber karper graag onder de top mag draaien liet deze vriend maar achterwege. Hij was zo goed als uitgestreden en ondertussen graaide ik met mijn hand routinematig achter mij waar het schepnet altijd op dezelfde plek stond. Links rechts, ik draaide me om en ik zag geen schepnet.
G**verdomme galmde het enkele malen over het Twentekanaal dat in volle rust lag. Het schepnet stond nog boven tegen de toko aan waar ik hem had uitgepakt. De strijd tussen mij en deze gigant was nog niet gestreden.
















Toen ik bijna boven was zette de karper het weer op een zwemmen. onder de kant door naar links. Een keer aangekomen bij het schepnet, schuurde de lijn op de hoek van de toko, via de boom en de daaronderstaande struiken heen.


Wat er ook zou gebeuren, dat schepnet moest gehaald worden. Ik moest het stijle talud op naar de toko waar het schepnet achter stond. Er resten mij twee keuzes; met of zonder hengel. De gigant lag ondertussen nog steeds bovenin naar zuurstof te happen, krachten aan het verzamelen voor de volgende fase van de strijd.
De hengel op de steun leggen met de baitrunner open, was met deze vis aan de haak, geen optie voor mij. Het risico was te groot dat de druk van de lijn viel en de haak zich zou lossen na deze stevige dril. Bij een 'standaard' vis had ik dit wel gedaan. Als ik deze vis zou verspelen door mijn eigen stommiteit dan wou ik het moment van lossen ook meemaken en niet terugkomen om de hengel op te pakken met een slappe lijn.
Dus maar met hengel en al naar boven met de wetenschap dat hiermee de lijn door de struiken zou gaan en eenmaal boven, de lijn langs de boom die er staat zal schuren en tevens langs de toko. Het net stond in de hoek ppppfffftttt.

Van alles en nog wat schoot er door mijn hoofd toen ik langzaam lijn gevend achteruit lopend het talud opliep. Toen ik bijna boven was zag onze vriend zijn kans schoon om het maar eens weer op een zwemmen te zetten en wel de ongunstigste kant op die er maar mogelijk was namelijk onder de eigen kant door naar links, het wijd had hij al ruimschoots gezien. De obstakels die hij niet had tijdens de dril kreeg ik nu des te meer. De rollen waren omgedraaid.
Alles bij elkaar was ik in een hachelijke situatie beland waar ik wonder boven wonder uitgekomen ben. Eenmaal beneden met het schepnet kon ik de inmiddels weer op krachten gekomen karper verder afdrillen en het net eronder schuiven.

Toen ik het net optilde kwam er weer zo'n extra vreugdegevoel boven. Een ding wist ik zeker op dat moment, zo'n gewicht had ik nog niet eerder uit het TK getild.
Het was nogal een klus om de vis op de kant te krijgen, hij moest immers ruim een meter omhoog de steiger op getild worden. Toen de vis veilig en wel op de mat lag heb ik eerst van verbazing en vreugde de handen voor mijn gezicht geslagen. Wat een imposant gezicht, zo'n joekel had ik nog niet eerder op de mat gehad. Die was de mijne.
Mijn 20Kg Salter kon het gewicht niet bolwerken, die knalde gewoon tegen de eindaanslag aan. Het was nu zeker, ik had na al die jaren mijn eerste veertiger uit het TK op het droge gekregen. Mijn 25Kg klok had ik niet bij me en moest de vis zakken.
Wat had ik er een hekel aan om de vis voor korte tijd achter te moeten laten om de weegklok en iemand te halen om een paar foto's te maken.
Een ruime 44 pond op de klok, eigenlijk geeft ie kilo's aan maar dat kilo gelul doe ik niet aan mee.
Deze vis was de kroon op mijn jarenlange karpervisserij op het Twentekanaal.
Ik heb deze karper de naam "Big Gun" meegegeven. Ik had Big Gun nooit eerder gevangen, na toen 7 jaar TK pand 3.
Wellicht zwemt er nog zo'n verrrassingspakketje rond ? (Karpervissen is filosofie op zijn best)
Big Gun. De eerste 40er uit het TK pand 3. Had 'm na al die jaren kanaal nooit eerder gevangen.
door Harry» di 01 sep 2009, 22:53

Nu ik even een paar dagen niet aan de waterkant geweest ben omdat een fikse verkoudheid mij geveld heeft ga ik nu maar weer eens een herrinnering opschrijven over het TK Enschede. Als je jarenlang bijna dagelijks aan de waterkant hebt gezeten dan maak zo'n beetje alles mee wat men zich kan bedenken. Er zijn jaren geweest dat ik 360 dagen per jaar aan het kanaal te vinden was. De overige vijf dagen die ik niet aan het kanaal vertoefde waren de beide kerstdagen, oud en nieuw en mijn verjaardag. De familie verklaarde mij soms totaal voor gek. De rust die ik nodig had vond ik gewoon aan dat Twentekanaal met mijn allerbeste vrienden onder de wateroppervlakte.
De eerste vis van het nieuwe jaar werd dan ook vaak al op 2 Januari geland. In Hengelo was dat mogelijk met zijn destijds hoge watertemperaturen in de winter.

Het was 12 Augustus 2001. Die datum weet ik nog zo precies omdat ik de keus moest maken tussen de beide hobby's die ik beoefen. Rond deze datum was het dan ook dikke mik om enige experimenten uit te voeren met reflecties op de VHF banden die veroorzaakt worden door een meteorieten regen, genaamd de Perseids. Deze komt elk jaar op 12/13 Augustus in de baan van de aarde terecht en kan een waar licht spektakel aan het firmanent teweeg brengen. Radiosignalen reflecteren via de "trail" van een in de atmospheer met hoge snelheid komende meteoriet, die daar verbrand en daarbij een spoor van geioniseerde lucht achterlaat waartegen de genoemde signalen kortstondig reflecteren.(Als licht op een spiegel) Op die manier kun je enkele duizenden kilometers overbruggen. Normaal gesproken is het bereik op de VHF banden tot vlak achter de horizon. Vergelijkbaar met een radiozender op de FM band. Maar dit heeft allemaal niets met vissen te maken.

Twaalf Augustus dus, ik moest de keuze maken wat ik ging doen. Het innerlijke stemmetje van de welbekende oerdrang fluisterde me in; ga naar het kanaal. Dat heb ik dus maar gedaan, die Perseiden zouden een jaar later 100% zeker weer passeren. Bovendien kon ik dan dit spectakel eens goed visueel observeren vanaf de waterkant i.p.v. in mijn rokerige kamertje achter krakende zenders en ontvangers te vertoeven.
Een keer op de stek gearriveerd begon het ritueel van het uitpakken weer. Iets wat je inmiddels, bij wijze van spreken, met de ogen dicht kon doen. En toch week je daar soms onbewust van af, zo ook dit keer. Toen alles stond, een beetje bijgevoerd had liep ik het talud omhoog om de spullen die allemaal nog buiten stonden bij elkaar te pakken en om koffie te gaan zetten. Nog een keer omdraaiend om een blik op te hengels te werpen zag ik dat een van de wakers helemaal naar beneden hing. Nu al ? Of had ik vergeten de lijn strak te draaien ? Het vreemde van de zaak was dat ik helemaal geen piepje gehoord had. Naar later bleek had ik de optonics vergeten in te schakelen.

Toch maar gauw de boel inspecteren, het talud af, de hengel gepakt en niets, helemaal niets behalve een slappe lijn. Snel binnendraaien die hap, misschien zit er toch wat aan. Na een twintigtal snelle omwentelingen aan de slinger van mijn molen verloor ik al snel de illusie dat er misschien een vis aanzat en begon wat langzamer binnen te draaien.
Op mijn dooie gemak draaide ik de lijn verder binnen totdat ik in één kéér een gigantische weerstand ondervond. De lijn stond zowat recht onder te top recht naar beneden. Spanning erop en er kwam vrijwel direkt een gigantische flank boven water en de vis ging gewoon klaar liggen om geschept te worden zonder ook maar een spatje weerstand te bieden. Hand naar achter en het schepnet gepakt, die er nu wel stond en de vis gleed zo in het net. Zo maak je nog eens wat mee dacht ik, de karper was gewoon richting de steiger gezwommen, zo van daar ga ik er straks uit en op de foto, dus zwem er maar vast naar toe :_)))

Al met al een beet in het allereerste moment en wat voor een. Toen de vis op de mat lag kwam weer die extra dosis vreugdegevoel boven. Een karper van 36 pond vang je niet zomaar alle dagen en al helemaal niet op deze manier. Het was de voor toen zwaarst rondzwemmende karper die in TK pand 3 zwom. De kisbeap rig met het zware vaste inline lood hadden daar hun deel wel weer aan bijgedragen.
De haak zat direct goed, ook nog na minimaal 80 meter met slappe lijn rondgezwommen te hebben.

Harry

PS Deze vis, genaamd de 2VIN is later door onverlaten gevangen en uit het pand 3 verwijderd ! Na wat ik gehoord heb uit betrouwbare bron regelrecht van mijn voerstek, enkele weken later toen ik op Madine de WCC viste. Ze hadden met de boot de lijn ernaar toe gevaren.
De 2VIN op 36 pond, gevangen in 2001. Deze vis zwemt heleaas niet meer in het TK pand 3
Meer vangstverhalen of heb je zelf een mooi verhaal ? Kom dan gerust in het Karper Forum! Klik hier:  http://www.karper-forum-online.nl